Snel en duurzaam van het Russisch gas af

vraagt om heldere keuzes en daadkracht

De energietransitie is één van de grootste opgaves uit de geschiedenis; een opgave die iedereen raakt en ook betrokkenheid van iedereen vraagt. De toch al evidente noodzaak om werk te maken van de energietransitie is door recente IPCC-rapporten en de recente geopolitieke ontwikkelingen alleen maar dringender geworden. Nederland zit in een energiecrisis. Vanuit onze rol als onafhankelijke adviesbureaus zien we in de markt veel kansen om de energietransitie te versnellen. Tegelijkertijd zien we dat door tal van obstakels marktpartijen geen concrete investeringsbesluiten kunnen nemen en dat dientengevolge de transitie naar een klimaatneutrale wereld stagneert. De urgentie van de problematiek vraagt om meer nationale regie en eenvoudiger en snellere vergunningsverleningsprocedures voor duurzame energieprojecten.

Het belangrijkste klimaatdoel is het beperken van de opwarming van de aarde tot maximaal 1,5 graad.
Klimaatverandering en milieuaantasting zetten de toekomst van de wereld op het spel. In 2015 sloten 194 landen in Parijs het klimaatakkoord. In het klimaatakkoord zijn afspraken opgenomen om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen voor 2050 met 100% te reduceren ten opzichte van het jaar 1990. Op Europees niveau zijn deze ambities uitgewerkt in de Europese Green Deal. 

De Europese Green Deal moet Europa uiterlijk in 2050 klimaatneutraal maken.
De Commissie heeft deze doelstelling wettelijk vastgelegd in een Europese klimaatwet, met daarin ook opgenomen een nieuwe, ambitieuzere doelstelling voor de nettoreductie van de uitstoot van broeikasgassen: in 2030 minstens 55% minder uitstoot dan in 1990. Het huidige Kabinet onderschrijft deze doelen voor Nederland in haar coalitieakkoord.

De toekomst van het klimaat op aarde hangt af van de keuzes die de mensheid vandaag maakt.
Deze uitspraak wordt gedaan op basis van de nieuwste rapporten van het International Panel on Climate Change (IPCC) van de Verenigde Naties. Vastgesteld wordt dat menselijke invloed de atmosfeer, land en zee heeft opgewarmd. Het is noodzakelijk om de komende decennia vergaande emissiereducties te realiseren en de uitstoot van schadelijke broeikasgassen tot 0 te reduceren. Alleen dan kunnen we de opwarming van de aarde beperkt houden tot 1,5 à 2 graden Celsius.

De energietransitie is ook van groot geopolitiek belang.
De huidige energiecrisis is een negatieve cumulatie van tal van (externe) factoren, mede aangejaagd door de recente geopolitieke ontwikkelingen. De uitdaging is om de afhankelijkheid van deze factoren te beperken en zodoende een betrouwbare, betaalbare en veilige energievoorziening te borgen. De omschakeling naar hernieuwbare energiebronnen draagt bij aan een diverser, steeds verder gedecentraliseerd en dynamischer systeem van energieproductie en -handel. Dit verandert afhankelijkheden en zal de internationale afhankelijkheden, zeker buiten de EU, per saldo aanzienlijk beperken.

Europa en Nederland willen versneld af van Russisch gas.
Het kabinet neemt maatregelen om de afhankelijkheid van gas uit Rusland zo snel mogelijk af te bouwen en de beschikbaarheid van voldoende gas de komende winter zeker te stellen. De overstap van fossiele naar duurzame energie in de Europese Unie moet sneller worden gerealiseerd. Om dat te bereiken heeft de Europese Commissie onder de noemer ‘REPowerEU’ een plan gemaakt om Europa voor 2030 onafhankelijk te maken van Russische fossiele brandstoffen, te beginnen met gas. Een snellere inzet van hernieuwbare energiebronnen is een belangrijke pijler onder dit plan, door onder andere sneller windmolens te bouwen op zee, meer zonnepanelen te realiseren, waterstofontwikkelingen te versnellen en extra te investeren in biogas. Dat laatste is dan met name biomethaan, als duurzaam alternatief voor aardgas.

De huidige energiecrisis onderstreept de noodzaak om de klimaat- en energietransitie te versnellen.
De klimaat- en energietransitie en de afbouw van Russische import is niet van de ene op de andere dag geregeld. Het Kabinet onderneemt acties voor de korte, middellange en lange termijn. Het kabinet zet onder meer in op versnellen van inzet van duurzame gasvormige brandstoffen (groene waterstof en groen gas), energie-efficiëntie en andere alternatieve energiebronnen. Dat is goed nieuws, zeker vanwege de inzet op een brede mix van duurzame energiebronnen! Tegelijkertijd zien we dat op dit moment door tal van obstakels marktpartijen geen concrete investeringsbesluiten kunnen nemen en dat dientengevolge de transitie naar een klimaatneutrale wereld stagneert.

De weg van ambities en doelen naar het realiseren van een nieuw energiesysteem is te lang.
Initiatieven om ons energiesysteem te verduurzamen ervaren een groot aantal belemmeringen. Dit is niet uitsluitend te herleiden tot praktische belemmeringen, zoals netcongestie en het niet kunnen krijgen van transportcapaciteit voor zonne-energie of windenergie. De urgentie van de klimaat- en energieproblematiek vereist keuzes en vraagt een andere dynamiek van de politiek en van ons als maatschappij. Wet- en regelgeving is onvoldoende in lijn met de doelen en de urgentie van de energietransitie.

Vier simpele voorbeelden om te illustreren dat verandering nodig is om versnelling te realiseren:

  1. De stikstofproblematiek vertraagt en vormt een serieuze belemmering voor duurzame ontwikkelingen. Grootste probleem hierbij is de onzekerheid die de uitleg en toepassing van de regelgeving en rekenmethodiek ten aanzien van stikstofdepositie met zich meebrengt. Het rekenmodel (AERIUS-calculator) is inmiddels meerdere malen aangepast en leidt nog te vaak tot bevreemdende uitkomsten. Er is onduidelijkheid over de mogelijkheden van en voorwaarden voor salderen. Te vaak bleken gemaakte keuzes na een rechterlijke toets toch niet rechtmatig te zijn. De provincie Overijssel is daarom ook gestopt met bouwprojecten waarvoor rechten om stikstof uit te stoten, zijn gekocht of geruild. De kans is groot dat andere provincies zullen volgen. De onzekerheid over de uitleg en toepassing van de regelgeving is funest voor vergunningverlening. Tegelijkertijd zorgt deze onzekerheid voor terughoudendheid onder ontwikkelaars en financiers. Met name vergistingsinstallaties zijn vaak onderwerp van (juridische) discussie. Duidelijke regels en kaders ontbreken. Als direct gevolg stijgt de productie van groen gas en bio-LNG minder snel dan noodzakelijk om de beoogde doelen te kunnen bereiken.
     
  2. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de basis voor een groot deel van de vergunningen in het domein van de fysieke leefomgeving. De Wabo maakt het mogelijk om, binnen een project, met één omgevingsvergunning verschillende activiteiten (bouw, aanleg, oprichten, gebruik) uit te voeren. Het bevoegd gezag dient normaliter binnen een termijn van uiterlijk 26 weken na ontvangst van de aanvraag te beslissen. Het probleem is dat deze termijn van 26 weken in de meeste gevallen niet wordt gehaald. Als reden wordt vaak een gebrek aan personele capaciteit genoemd. Dit zorgt voor onzekerheden en onnodige vertragingen. Dit laatste resulteert weer in oplopende bouwkosten met een direct effect op de businesscase van een project. Er is behoefte aan een snelle(re) behandeling van procedures en bezwaren. Zoals het nu lijkt, moet op 1 januari 2023 de Omgevingswet in werking treden. De Omgevingswet bundelt en moderniseert verschillende wetten en heeft (onder andere) tot doel om proceduretijd te verkorten en het aanvragen van vergunningen makkelijker te maken. Grote maatschappelijke opgaven op het gebied van bijvoorbeeld de woningbouw, maar zeker ook de energietransitie zijn hiervan afhankelijk. Gemeenten zijn nog niet klaar voor de Omgevingswet. Nieuwe ICT-systemen leiden tot problemen bij de invoering van de wet, maar ook processen, werkafspraken, nieuwe regels etc. geven de nodige uitdagingen. Mede hierdoor zal de invoering van de Omgevingswet het personele capaciteitsvraagstuk eerder vergroten dan verkleinen. Het is dan ook zeer de vraag of de Omgevingswet de komende jaren zal leiden tot de gewenste en noodzakelijke versnelling in procedures om de energietransitie serieus handen en voeten te kunnen geven.
     
  3. Bijna 200 jaar geleden, in 1824, hebben Nederland en Duitsland afspraken gemaakt omtrent de grens tussen beide landen. Deze afspraken zijn neergelegd in een Grenstraktaat. Het doel van het traktaat is het vastleggen van een duidelijke grenslijn tussen beide landen, alsmede het tegengaan van smokkelarij. In het traktaat is onder andere bepaald dat binnen een zone van 376 meter aan weerszijden van de grens, geen bouwwerken mogen worden opgericht zonder voorafgaande toestemming van het Nederlandse of Duitse bevoegd gezag. Hier vallen constructies met zonnepanelen ook onder. Mede vanwege initiatieven tot hernieuwbare energieprojecten zijn inmiddels gesprekken gestart om te komen tot een gezamenlijke visie voor de grenszone. De uitkomsten van deze gesprekken zijn onzeker en kunnen nog jaren duren, hetgeen aantoonbaar resulteert in uitstel en veelal ook afstel van hernieuwbare energieprojecten in de grensstreek. De geschetste problematiek van het Grenstraktaat staat haaks op de gedachte van sociale en economische cohesie binnen Europa en om daarbij vrijheid, veiligheid en recht te bieden, zonder binnengrenzen.
     
  4. Wet- en regelgeving en stimuleringsbeleid sluit onvoldoende aan bij de snel veranderende markten en technologische ontwikkelingen. Als voorbeeld mag een NOS bericht van 20 maart 2022 dienen: “Door de hoge energieprijzen zijn veel producenten van duurzame stroom en biogas niet meer afhankelijk van overheidssubsidies. Dat levert een forse meevaller op voor de overheid, verwacht het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ook de producenten zelf profiteren.” In de praktijk blijkt dat door rigide toepassing van stimuleringsmaatregelen producenten juist in de knel komen door de turbulente marktomstandigheden. Doordat een automatische koppeling met marktprijzen ontbreekt blijft omzet uit biogas stabiel, terwijl het kostenniveau wel sterk stijgt en de subsidiebijdrage op grond van de stimuleringsmaatregel daalt of zelfs geheel vervalt. Waar de suggestie wordt gewekt dat biogas projecten enorm profiteren van de hoge energieprijzen in de markt, zien we op dit moment diverse projecten waar de bodem onder een gezonde exploitatie juist is weggeslagen.

Diverse marktpartijen voelen de urgentie en willen versnellen. Dit vraagt heldere keuzes.
Indien we serieus werk willen maken van de energietransitie dan vraagt dat om concrete uitvoeringsprogramma’s en de realisatie van projecten die impact kunnen maken. Gelukkig bestaan er in de markt diverse concrete initiatieven om met elkaar stappen voorwaarts in de energietransitie te zetten. In heel Nederland zijn marktpartijen bezig om allerlei initiatieven te ontwikkelen voor de omschakeling naar een brede mix aan duurzame energiebronnen. Het gaat daarbij om projecten voor verschillende soorten hernieuwbare energie, zoals zonneparken, windenergie, vergisters, warmtenetten, maar bijvoorbeeld ook om projecten met hernieuwbare energiedragers zoals groene waterstof. Een vlotte realisatie van deze plannen is mogelijk maar vraagt wel duidelijke keuzes en een andere dynamiek van de politiek en van ons als maatschappij. Wet- en regelgeving is momenteel onvoldoende in lijn met de doelen en de urgentie van de energietransitie.

Wat vragen wij concreet?

  • Wij pleiten voor meer nationale regie en eenvoudiger, duidelijke en snellere vergunningprocedures. Besluitvorming over duurzame energieprojecten moet de prioriteit krijgen die ons klimaat verdient!;
  • Onze oproep is ook om met elkaar toch vooral in (praktische) oplossingen te blijven denken, in plaats van voor iedere oplossing een probleem, extra procedures of nieuwe regels en voorwaarden te zoeken. De kern is dat we een groot maatschappelijk probleem hebben dat we samen met voorrang moeten oplossen;
  • Het klimaatprobleem houdt niet op bij onze landsgrenzen of soms zelfs bij provinciegrenzen. Wij pleiten daarom nadrukkelijk voor meer samenwerking en interactie vanuit “the good of the whole”. Niet “wij versus zij”, maar schouder aan schouder staan vanuit de Europese gedachte zonder binnengrenzen. 
  • Aanpassing van de huidige verrekening van exploitatiebijdragen. Deze is onvoldoende toegespitst op veranderende omstandigheden. Wij pleiten voor een herijking van dit subsidie-instrument daar waar het gaat om de afrekenmethodiek in jaren van hoge en zeer lage energieprijzen en majeure kostenaanpassingen gedurende de looptijd van een project.

Ekwadraat en AC adviseurs doen deze publieke oproep namens haar klanten en partners, die dolgraag willen versnellen en serieuze meters willen maken voor toekomstige generaties. 

Wilt u naar aanleiding van dit artikel in contact komen met ons?

Vul dan onderstaand formulier in, dan maken we een afspraak!


● 
Vrijblijvend antwoord   Binnen 1-2 werkdagen

"Ik sta klaar om al uw persvragen te beantwoorden"

Marlijn van der Meulen

Adviseur projectcommunicatie